October 30, 2009

'Mongool' is geen scheldwoord meer.



Waarom genderdiversiteit zo fundamenteel is.
“Jij bent zeker van Ulan Bator” was een veel gebruikte scheldzin in mijn jeugdjaren en als het slachtoffer van het verwijt bovendien niet wist dat het de hoofdstad van Mongolië betrof, was het verbale gevecht helemaal gewonnen. In diezelfde jeugdjaren was Pinochet aan de macht in Chili; u weet wel, de dictator die meer dan 100.000 tegenstanders liet oppakken in zijn beginjaren, meer dan 10.000 liet martelen en minstens 3.000 van hen liet vermoorden. ‘Guantanamo was er een mietje tegen’, zou men al eens durven zeggen.
Dat waren de jaren ’70 en ’80. Ondertussen zijn we in een volgende eeuw al bijna een decennium ver. Mongolië staat maar liefst 11 plaatsen hoger gerangschikt dan België in de Gender Gap Index van het World Economic Forum. In Chili is dan weer Michelle Bachelet één van de weinige vrouwelijke presidenten in de wereld. België daarentegen zakt maar liefst 5 plaatsen in diezelfde Gender Gap Index. Met andere woorden, niet alleen in Mongolië maar zelfs in Zuid-Afrika, de Filipijnen, Sri Lanka, Trinidad, Ecuador, Mozambique en Namibië is de kloof man-vrouw kleiner dan bij ons.
Waarom is het belangrijk om die kloof zo klein mogelijk te houden?
Omdat al geruime tijd wetenschappelijk bewezen is dat diversiteit fundamenteel is voor vooruitgang, innovatie en inhoudelijke rijkdom. Diversiteit en variatie zijn een natuurlijk principe dat er voor zorgt dat een sector -in dit geval een land- een verscheidenheid aan ideeën kan voortbrengen. Hoe ruimer die verscheidenheid, hoe meer potentieel om betere ideeën te hebben en hoe meer kans om in de positieve zin te evolueren en niet te stagneren of erger nog: achteruit te gaan.
Vrouwen hebben een andere kijk op ‘de dingen’ dan mannen. Niet alleen vanwege hun verschil in genen maar tevens vanuit het verschil in maatschappelijke functie. Een moeder gaat nu eenmaal anders om met de wereld dan een vader. Net die verscheidenheid aan visies zorgt voor een sterke mix die rijker is dan een ééndimensionale mannelijke of vrouwelijke visie. In België blijkt die mix achteruit te gaan; we staan even ver als 2 jaar geleden. Tegelijkertijd kan ik me niet van het gevoel ontdoen dat we voor veel aspecten in dit land niet verder staan dan 2 jaar geleden.
Is er een oplossing voor het probleem?
Vanzelfsprekend. Vlaams emancipatieambtenaar Ingrid Pelssers stelt dat sensibilsieringscampagnes het niet doen. Daar heeft ze grotendeels gelijk in. Vaak heeft een mens meer nodig dan sensibilisering om de knop tussen de oren om te draaien. Ondanks jarenlange sensibilisering omtrent de CO2-uitstoot blijkt de crisis de beste manier te zijn om de uitstoot te verminderen. In 2008 zou de uitstoot met ruim 3% gedaald zijn; de grootste daling sinds 40 jaar en dat dank zij de crisis. Een ander voorbeeld zijn de jarenlange sensibiliseringscampagnes die ons moeten overtuigen om afval te sorteren. De meest efficiënte manier om u en mij afval te laten sorteren, is het prijsverschil in de ophaling ervan. De zak (of bak) voor restafval is de duurste, dus we hebben er allemaal belang bij om het volume en gewicht van die zak zo laag mogelijk te houden. Dat kan alleen maar door zo veel mogelijk afval in de andere en goedkopere zakken te proppen. Om dat te kunnen, moet u dus sorteren. Hoe politiek incorrect die uitspraak ook moge klinken: we sorteren veeleer uit privaat-economische dan uit ethische overwegingen.
‘Et pour les femmes la même chose’. Soms veranderen mensne maar hun gedrag vanuit een lichte vorm van dwang. Quota zijn een oud zeer, maar blijkbaar één van de weinige manieren om diversiteit te garanderen.
Hoe groot is de kans dan op omgekeerde discriminatie?
‘Vrouwen zijn minder ambitieus, hebben minder zakelijk inzicht en bovendien: de succesvolle vrouwen gedragen zich eigenlijk als een man’ hoor ik al eens zeggen. Daar wordt dan onder verstaan dat met een quota-invoering de competentere man benadeeld zou kunnen worden tegenover bijvoorbeeld een minder ervaren vrouw. Daar hoeft u zich echter niet te veel zorgen over te maken. Het menselijk brein heeft dezelfde capaciteit, ongeacht geslacht of kleur. Het gaat er dus om iedereen voldoende kansen te bieden en dan komt die competentie wel in orde, los van het geslacht. Het probleem vandaag is de onmiskenbare ‘men’s world’ waarin de vrouw alleen maar kan opklimmen door zich op zakelijk niveau als de mannen te gedragen. De uitdaging waar we tegenover staan, heeft dus minder te maken met de competentie van de vrouwen maar meer met de openheid van de hoofdzakelijk mannelijke wereld die nog steeds in veel sectoren heerst. Openheid en durf -niet gebaseerd op testosteron maar op verstandelijk niveau- zijn daarbij een belangrijk gegeven. Want ons irrationeel gedrag schrijft ons voor dat we weten wat we hebben maar niet wat we gaan krijgen. Daarom blijven we bij ‘hetgeen we hebben’ en stagneren we of gaan we achteruit. Zoals de Gender Gap Index in België. En dan betreft het hier nog maar alleen de ‘gender’ als criterium voor diversiteit. De menselijke diversiteit gaat veel verder...

Geert Stox
geert@ziff-jones.com